Blaasontsteking bij de kat

Blaasontsteking

Blaasontsteking bij de kat

Blaasontsteking, wat is dat?
Hoewel men bij  blaasontsteking meestal denkt dat het om een bacteriële infectie gaat, is dit zeker bij katten bijna nooit het geval. Bij katten die jonger zijn dan tien jaar is het maar in 5% van de gevallen een bacteriële infectie. Bij katten spreken we over “blaasontsteking”  als de kat last heeft van symptomen die bij de symptomen vernoemd worden.

Symptomen van blaasontsteking bij de kat

  1. Ze moeten vaker naar de kattenbak om te plassen
  2. Bij het plassen klagelijk miauwen
  3. Het plassen gebeurd in kleine beetjes
  4. Tijdens het plassen persen
  5. Het likken van de penis
  6. Het buiten de bak plassen
  7. Bloed bij de urine
Zowel de katers als de poezen kunnen een ontsteking aan de blaas krijgen. Niet alle bovenstaande symptomen hoeven aanwezig te zijn.

Diganose van blaasontsteking bij de kat

  1. Onderzoek van urine
  2. De diagnose blaasontsteking wordt door middel van urineonderzoek vastgesteld. We bepalen het soortelijke gewicht, we doen onderzoek met een strip en bekijken de urine onder de microscoop in verband met kristallen van blaasgruis. Soms sturen we de urine op naar het laboratorium voor een bacteriekweek. De dierenarts kan urine afnemen door middel van blaaskatheterisatie of aanprikken van de blaas. Hoe u zelf urine kunt opvangen, staat verderop in deze brief.
  3. Röntgenfoto of echo
  4. Als we uw kat verdenken van een blaassteen, een poliep, of een tumor kunnen we een röntgenfoto van de blaas maken of een echo (laten) maken. Meestal adviseren we dit wanneer de klachten na een behandeling snel terugkomen of nooit zijn verdwenen

Behandeling van blaasontsteking bij de kat

Het hangt af van de  vermoedelijke oorzaak , maar uw dierenarts kan tot de volgende behandeling besluiten;
  1. Pijnstillers die ook als ontstekingsremmer werken.
  2. Blaasontspanners (spasmoglucinol, dridase).
  3. Dit aangezien de blaaswand vaak dikker wordt en geïrriteerd is en voor een verhoogde persdrang zorgt.
  4. Veel vocht
  5. Dit is belangrijk om de productie van urine te bevorderen. Hiervoor wordt een infuus gegeven (In de bloedbaan of onder de huid ). Thuis moet er op zoveel mogelijk plekken water staan. Geef het soort vocht wat uw kat het lekkerste vindt (regenwater of bronwater). Ook natvoer bevat meer water dan brokken; u kunt eventueel ook brokjes nat maken.
  6. Aangepaste voeding:
  7. Hill’s S/D. Het lost blaasgruis (struviet) op en het magnesiumgehalte is lager, zodat er ook geen nieuw blaasgruis meer gevormd kan worden. Dit dieet  zorgt er ook voor dat de urine de juiste zuurte- graad krijgt. Dit voedsel is erg hoogwaardig. Het bevat veel energie in een kleine hoeveelheid: Wat inhoud dat u minder brokken hoeft te voeren, omdat uw kat anders te snel te dik wordt! En dat is juist weer heel slecht.
  8. Andere maatregelen
  9. Als u kat een overgewicht heeft , moet hij/zij afvallen. Elke dag de kattenbak verschonen of zet een extra kattenbak neer. Zorg ervoor dat er minder stress is.  Het kan zijn dat er feliway of diazepam voorgeschreven wordt als uw kat veel stress ondervindt.
  1. Controle na vier  weken en na drie maanden
  2. Na vier  weken wordt de urine gecontroleerd om te kijken  of het dieet (én het meer drinken) heeft geholpen. Als de urine minder geconcentreerd is en de zuurgraad is goed en zijn er geen kristallen, dan kan uw kat overstappen op een blaasgruis preventief dieet; Hill’s c/d.
    Na drie  maanden is er weer een urineonderzoek en dan wordt er gekeken of de kat weer normale voeding mag hebben. Soms is het advies de urine vaker te laten controleren. In hardnekkige gevallen en als het probleem vaker terugkomt, dan moet de kat zijn hele leven op een blaasgruis preventief dieet .
  3. Zelf urine opvangen
  4. U kunt zelf de urine opvangen met speciale plastic korrels (Katkor®), of een vuilniszak die in stukjes is geknipt, die in plaats van het kattengrit in de kattenbak wordt gedaan. U kunt dan met een pipet of  spuit de urine opzuigen. Belangrijk is dat u de punt van de pipet goed op de bodem zet als u de urine op gaat zuigen! Kristallen zijn zwaarder dan urine en zakken naar de bodem. De urine moet zo vers mogelijke zijn en mag maximaal twee  uur in de koelkast bewaard worden als u die niet gelijk kunt langs brengen.
  5. Spoed-geval Een verstopte plasbuis bij de kater!
  6. Als uw kater NIET kan plassen is dit echt een spoedgeval. De blaas wordt voller, terwijl de urine geen kant meer op kan. Hier ondervinden de nieren schade aan en kan  de blaas scheuren. Uw kat wil niet meer eten, wordt sloom, en kan gaan braken. Hij loopt raar en heeft pijn in de buik. Hij zit op de kattenbak, zit te persen  maar er komt helemaal geen urine uit. U kat kan overlijden. Dit door het  gevolg van hoge nierwaarden en hartritmestoornissen doordat kalium hoog is. De verstopping in de plasbuis (bloed/slijm, propje blaasgruis) moet zo snel mogelijk weggehaald worden. Omdat de kat een veel smallere plasbuis heeft dan de poes, komt dit met name voor bij katers. Als de plasbuis verstopt is, dan hecht de dierenarts er vaak een katheter in en moet de kat aan het infuus. Er wordt dan eventueel ook gekeken naar nierwaarden en het kalium in het bloed.

Prognose van blaasontsteking bij de kat

Het is niet bekend wat de prognose is van Blaasontsteking bij de kat. Voor vragen kun je altijd terecht bij je dierenarts.

Preventie van blaasontsteking bij de kat

Blaasontsteking ontstaat door meerdere factoren;
  1. Te weinig beweging en overgewicht spelen een belangrijke rol.
  2. Veel blaasgruis in de urine (typen calciumoxalaat  en struviet komen het meeste voor)
  3. Niet veel  drinken, waardoor de urine meer geconcentreerd wordt  wat er weer voor zorgt dat blaasgruis eerder zal komen.
  4. Voeding met veel magnesium.
  5. Zuurgraad die te hoog is van de urine. Dit  ontstaat eerder als uw kat onbeperkt eten krijgt  in plaats van in etappes.
  6. Struviet komt door een hoge zuurgraad van de urine.
  7. Stress
  8. Oorzaken die minder vaak voorkomen zijn
    1. poliepen
    2. blaassteen
    3. blaastumoren
    4. aangeboren afwijkingen van de blaas.

      Deze informatie is ter kennisgeving. Bij vragen en advies neem dan contact op met je dierenarts.

Anderen bekeken ook